Actualisatie Omgevingsvisie 2018/2019

Algemene toelichting

Regelmatig blijkt behoefte aan wijziging van de Omgevingsvisie en de Omgevingsverordening, bijvoorbeeld vanwege aanpassingen van of verplichtingen vanuit nationale en Europese wet- en regelgeving of wijzigingen in ons provinciale beleid. Deze actie levert een aantal aanpassingen op van onze Omgevingsvisie en onze Omgevingsverordening.

Voor de hierna volgende teksten geldt het volgende:

  • Doorgestreept = tekst die vervalt na vaststelling door Provinciale Staten

  • Geel (in ruimtelijke plannen.nl) of groen gemarkeerd (in onze viewer) = dit wordt de nieuwe tekst na vaststelling door Provinciale Staten

  • Alleen hoofdstukken en bijlagen waarin een wijziging is opgenomen, zijn ter inzage gelegd

Voor meer informatie kunt u terecht op de site www.omgevingsvisie.nl

Af en toe worden beleidsnotities of visies genoemd die geen onderdeel van de Omgevingsvisie Overijssel zijn. Ze zijn daarom niet opgenomen (als bijlage) in de Omgevingsvisie Overijssel. Als u deze documenten graag wilt lezen kunt u ze meestal vinden op de provinciale website (www.overijssel.nl) of kunt u ze per e-mail opvragen (omgevingsvisie@overijssel.nl).

Beleidstekst

Leeswijzer

(tekst ongewijzigd)

1 Inleiding

(tekst ongewijzigd)

Deel 1 Visie: Jij kleurt Overijssel!

2 Het kapitaal van Overijssel

Overijssel is een prachtige provincie met een veelzijdig en afwisselend landschap. Tegelijkertijd zijn er fraaie dorpen, bruisende steden én drie grote stedelijke netwerken met elk een onderscheidend profiel (Twente, Zwolle-Kampen en Cleantech regio (Deventer) Deventer-Stedendriehoek). In dit hoofdstuk vind je een beschrijving van de bestaande kwaliteiten van Overijssel.

(....)

Stedelijke netwerken als motor van de economie

De kwaliteit van de leefomgeving in Overijssel wordt hoog gewaardeerd. De steden, dorpen en buurtschappen hebben elk een eigen kleur en profiel, en karakteristieke ruimtelijke, sociale en functionele opbouw, eigen kwaliteiten en een eigen inbedding in het landschap.

De drie stedelijke netwerken (Twente (Enschede, Hengelo, Almelo, Oldenzaal en Borne), Zwolle-Kampen en Cleantech regio (Deventer)Deventer-Stedendriehoek) vormen de motor van de Overijsselse economie en cultuur. Zwolle en Deventer liggen in het economisch kerngebied van Nederland. Netwerkstad Twente ligt erbuiten, maar neemt, door haar profiel als kennisintensieve topregio met goede internationale verbindingen, een eigen positie in. Binnen de stedelijke netwerken vervullen de vijf grote steden (Enschede, Zwolle, Deventer, Hengelo en Almelo) een centrumfunctie die van (boven)regionale betekenis is. Hier is de werkgelegenheid geconcentreerd en vind je de ‘massa’ en het creatieve en innovatieve klimaat dat zo belangrijk is voor de concurrentiepositie van Overijssel.

Deventer - Cleantech Regio

De centraal in Oost Nederland gelegen Cleantech Regio is met 440.000 inwoners één van de grotere regio’s en kenmerkt zich door korte lijnen en een ‘hands on’ karakter.
Met de ligging op autosnelwegnet (A1/E30), spoornet (Berlijnlijn, intercity Twente – Utrecht / Amsterdam) en vaarwegen (IJssel, Twentekanaal) verbindt het de sterke stedelijke regio’s en economische kerngebieden in (Oost-)Nederland) en internationaal (TEN-T corridor), omringt door landschappen van formaat zoals de Veluwe en Sallandse Heuvelrug. Er is sterk hoger en middelbaar onderwijs en researchgerichte adviesbeurs aanwezig in de regio.
Overheid, Ondernemers, Onderwijs en Onderzoeksinstellingen werken samen aan het realiseren van de ambitieuze doelstellingen in de gezamenlijke Agenda Cleantech Regio. Hiermee wordt het vestigingsklimaat toekomstbestendig gemaakt voor de volgende generaties De Cleantech Regio versnelt de regionale energietransitie door het toepassen van grootschalige duurzaamheidinnovaties. Ook realiseert de Cleantech Regio slimme en schone mobiliteit in het daily urban system en naar de omliggende gebieden.
Nergens anders in Nederland wordt huishoudelijk afval zó goed gescheiden als in de Cleantech Regio. Toch kan de hoeveelheid restafval nog verder omlaag. De regio stimuleert het waarde geven aan reststoffen en
bewerkstelligt circulaire systemen in industrieclusters (zoals papier) en bedrijvenketens. De Cleantech Regio biedt ruimte aan bedrijven en woningmarkt voor kwalitatieve groei.
Om deze ambities en doelstellingen te kunnen realiseren, is menselijk kapitaal (human capital) de (aller)belangrijk(st)e succesfactor. De regio versterkt de samenwerking tussen bedrijfsleven en onderwijs en ontwikkelen nieuwe concepten en programma’s om talenten te binden voor de regio.
De Cleantech Regio is in effect maar ook in aanpak van opgaven van grote toegevoegde waarde voor de economie van Oost Nederland.

Deventer-Stedendriehoek

De Stedendriehoek (Deventer, Apeldoorn en Zutphen) is de eerste ‘cleantech’-regio in Nederland. De regio richt zich op een circulaire economie. Deventer-Stedendriehoek is strategisch gelegen aan (inter)nationale oostwest- en noordzuid-verbindingen over weg en spoor en aan vaarverbindingen als de IJssel en het Twentekanaal. De Stedendriehoek sluit hiermee goed aan op de Randstad. Deventer, de Overijsselse stad in het netwerk, is rijk aan cultuurhistorie en heeft goede verbindingen met de fraaie en gevarieerde landelijke omgeving (Veluwe, IJssel, Salland en de Graafschap). Rond Deventer vind je een bijzonder gebied met prachtige landgoederen. Dit alles zorgt voor een goed vestigingsklimaat in de oude Hanzestad.

(....)

En misschien wel het belangrijkste

De kwaliteiten van Overijssel hebben we vooral te danken aan de Overijsselaars zelf. De Overijsselaars die van oudsher niet alleen voor hun leefomgeving zorgen, maar ook voor elkaar. Het feit dat mensen elkaar kennen, contacten onderhouden met de buurt, elkaar helpen als dat nodig is of in actie komen als er problemen zijn, zien we als het sociale kapitaal van Overijssel. Dit karakteristieke ‘noaberschap’ is van enorme betekenis voor de leefbaarheid in Overijssel!

Deventer-Stedendriehoek

De Stedendriehoek (Deventer, Apeldoorn en Zutphen) is de eerste ‘cleantech’-regio in Nederland. De regio richt zich op een circulaire economie. Deventer-Stedendriehoek is strategisch gelegen aan (inter)nationale oostwest- en noordzuid-verbindingen over weg en spoor en aan vaarverbindingen als de IJssel en het Twentekanaal. De Stedendriehoek sluit hiermee goed aan op de Randstad. Deventer, de Overijsselse stad in het netwerk, is rijk aan cultuurhistorie en heeft goede verbindingen met de fraaie en gevarieerde landelijke omgeving (Veluwe, IJssel, Salland en de Graafschap). Rond Deventer vind je een bijzonder gebied met prachtige landgoederen. Dit alles zorgt voor een goed vestigingsklimaat in de oude Hanzestad.

3 Actuele ontwikkelingen, opgaven en kansen

(tekst ongewijzigd)

4 Rode draden en beleidsambities

(tekst ongewijzigd)

4.1 Rode draden

(tekst ongewijzigd)

4.1.1 Duurzaamheid

(tekst ongewijzigd)

4.1.2 Ruimtelijke kwaliteit

(....)

Natuur als ruggengraat

Inzet blijft het ontwikkelen van een vitaal en samenhangend stelsel van gebieden met een hoge natuur- en waterkwaliteit als ruggengraat van Overijssel. Het Natuurnetwerk Nederland (NNN, voorheen Ecologische Hoofdstructuur (EHS)) zien we daarin als een integrale opgave: het gaat niet alleen om het bevorderen van de biodiversiteit, maar ook om het verantwoord benutten van ons natuurlijk kapitaal en het bevorderen van de ruimtelijke continuïteit, de toegankelijkheid en beleving van de natuur.

(....)

Ruimtelijke kwaliteitsambitie 2

Een continu en beleefbaar watersysteem als dragende structuur van Overijssel

(....)

Veel waterlopen (beken, weteringen, aanvoerkanalen) moeten in de komende periode zowel kwantitatief (vergroting van het bergend vermogen) als kwalitatief (schoon water) aangepast en heringericht worden, zowel in de groene als in de stedelijke omgeving. De uitvoering van de maatregelen is een mooie gelegenheid om de inrichtingskwaliteit van de waterlopen en de toegankelijkheid er langs (de schouwpaden als langzaam routenetwerk) te verbeteren en te werken aan een klimaatbestendige inrichting. Het watersysteem wordt zo een verbinding voor mens, plant en dier, een bindmiddel voor de onderdelen van het Natuurnetwerk Nederland (NNN, voorheen Ecologische Hoofdstructuur (EHS)) en kan helpen om de afzonderlijke natuurgebiedjes en -gebieden in de groene én in de stedelijke omgeving aaneen te smeden en beleefbaar te maken.

(....)

4.1.3 Sociale kwaliteit

(tekst ongewijzigd)

4.2 Centrale beleidsambities

(....)

Toekomstvaste groei van welvaart en welzijn met een verantwoord beslag op de beschikbare natuurlijke voorraden

WelzijnWelvaartNatuurlijke voorraden

1. Woonomgeving

2. Economie en vestigingsklimaat

3. Natuur

Goed en plezierig wonen, nu en in de toekomst

  • Passend en flexibel aanbod van woonmilieus (typen woningen en woonomgeving) die voorzien in de vraag (kwantitatief en kwalitatief)
  • Beschikbaarheid en bereikbaarheid van (boven)regionale voorzieningen

Een vitale en zichzelf vernieuwende regionale economie met flexibele vestigingsmogelijkheden; naast kennisintensieve maakindustrie, mkb en logistiek ook voor topsectoren, ondernemingen, start-ups en zzp-ers

  • Vitale werklocaties, die aansluiten op de vraag van het bedrijfsleven (kwantitatief en kwalitatief)
  • Gerichte groei van de logistieke sector
  • Een innovatieve en concurrerende agro- en foodsector
  • Ontwikkelingsmogelijkheden voor en kwaliteitsverbetering van toerisme en vrijetijdsbesteding

Een gezonde en aantrekkelijke natuur voor mensen, dieren en planten; een natuur die beleefd en gebruikt kan worden, kan profiteren van en bijdragen aan (economische) ontwikkelingen en rijk is aan plant- en diersoorten (biodiversiteit)

  • Een vitaal en samenhangend stelsel van natuurgebieden (NNN (voorheen EHS), waaronder Natura 2000-gebieden en Nationale Parken)
  • Behouden en versterken van bos- en natuurwaarden buiten het NNN

4. (Binnen-)steden en landschap

5. Mobiliteit6. Regionaal waterbeheer

Versterken complementariteit van bruisende steden en vitaal platteland als ruimtelijk, cultureel, sociaal en economisch samenhangend geheel

  • Behouden en versterken van de leefbaarheid en diversiteit van het landelijk gebied
  • Stedelijke netwerken die optimaal in verbinding staan met andere netwerken en waarin grotere en kleinere steden elkaar onderling versterken en aanvullen
  • Behouden en versterken van cultureel erfgoed als drager van identiteit

Een veilige, betrouwbare (tijdsduur) en vlotte (keten)reis van personen en goederen van en naar stedelijke netwerken binnen en buiten Overijssel

  • Een duurzaam en betaalbaar systeem van openbaar vervoer (ov)
  • Een goede (auto)bereikbaarheid van met name de stedelijke netwerken
  • Vergroten van de rol, positie en het gebruik van de fiets
  • Het stimuleren van het goederenvervoer over water, het optimaal faciliteren over de weg en het beheersen van de doorgaande goederenstroom per spoor (en daarmee de leefbaarheid en veiligheid langs het spoor)

Watersystemen met goede ecologische en chemische kwaliteit, die voor de lange termijn klimaatbestendig, veilig en beleefbaar zijn

  • Voorbereid zijn op langetermijn gevolgen van klimaatverandering (veiligheid en droogte)
  • Optimale watercondities (kwaliteit en kwantiteit) voor landbouw, wonen, natuur en landschap
  • Betrouwbare drinkwatervoorziening (kwaliteit en kwantiteit)

7. Veiligheid en gezondheid

8. Energie9. Ondergrond

Veilig, gezond en schoon kunnen wonen, werken, recreëren en reizen

  • Zorgen voor waterveiligheid, externe veiligheid en verkeersveiligheid
  • Zorgen voor een gezond leefmilieu (luchtkwaliteit, asbest, schone bodem)

Een betrouwbare, duurzame en betaalbare energievoorziening met beperking van uitstoot van broeikasgassen

  • Bevorderen van energie-efficiency
  • 20% hernieuwbare energie in 2023 en 30% in 2030
  • Toepassen van nieuwe energie-infrastructuur

Balans behouden tussen gebruik en bescherming van de ondergrond

  • Beschermen van intrinsieke bodemeigenschappen en aardkundige en archeologische waarden
  • Zorgvuldig gebruik van de ondergrond (energie, zoutwinning, opslag, zandwinning, WKO, hoofdtransportleidingen, voorraadvorming grondwater)
Centrale beleidsambities en onderwerpen van provinciaal belang

5 Jij kleurt Overijssel!

(tekst ongewijzigd)

Deel 2 Beleid: Overijssel in 2030, daar werken we nu aan

6 Aan de slag; ruimte voor initiatieven

Wil je aan de slag met het vormgeven aan de toekomst van Overijssel? Wij maken graag ruimte! Ruimte voor initiatieven die bijdragen aan het realiseren van onze ambities voor Overijssel. En ruimte voor een goed gesprek als het initiatief bijdraagt aan de opgaven van de provincie maar niet direct ‘past’ binnen deze Omgevingsvisie.

Om te bepalen of een initiatief bijdraagt aan onze ambities, gebruiken we het Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Overijssel. In dit hoofdstuk vind je een toelichting op dit uitvoeringsmodel, schetsen we hoe we – samen met jou – vorm en kleur willen geven aan de toekomst van Overijssel én, niet onbelangrijk, hoe wij ons daar de komende jaren voor inzetten.

6.1 Samen aan de slag!

Om handen en voeten te geven aan onze ambities is het van belang dat we de maatschappelijke opgaven samen aanpakken. We kunnen en willen dit niet alleen.

Gezocht: initiatieven voor een leefbaar en vitaal Overijssel

We nodigen iedereen met een initiatief – zeker de bewoners en ondernemers die hier wonen, werken, leven en zaken doen – van harte uit om mee te denken én aan de slag te gaan: jouw energie, denk- en ondernemerskracht hebben we hard nodig om Overijssel leefbaar en vitaal te houden!

Ruimte voor initiatieven

De dynamiek van onze netwerksamenleving vraagt om een interactieve en participatieve rol van de provincie, waarbij maatschappelijke opgaven leidend zijn. Of, met andere woorden: om meer invloed van bewoners op de eigen leefomgeving, waarbij de provincie niet precies voorschrijft wat er moet gebeuren, maar de speelruimte creëert waarbinnen lokale initiatieven tot bloei kunnen komen.

We vinden de betrokkenheid van bewoners bij de eigen leefomgeving essentieel en willen iedereen met een belang in Overijssel dan ook graag uitnodigen om mee te denken en aan de slag te gaan. Overigens niet alleen om tegemoet te komen aan de behoefte van bewoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties aan meer invloed. De betrokkenheid bij de eigen leefomgeving versterkt het gevoel van eigenaarschap en is daarmee ook een stap in de duurzame ruimtelijke ontwikkeling van Overijssel.

We maken graag ruimte voor initiatieven die bijdragen aan het realiseren van onze kwaliteits- en beleidsambities. Het accent ligt daarbij op ‘voorkantsamenwerking’: in een zo vroeg mogelijk stadium overleggen en vanuit de mogelijkheden en verantwoordelijkheden helderheid bieden over de ruimte voor het initiatief en hoe wij kunnen bijdragen (zowel planologisch als procedureel). Wij stellen ons open en flexibel op en laten het initiatief zoveel mogelijk bij de ander, tenzij er meerwaarde ligt in samenwerking. Daarbij laten wij ook zo snel mogelijk weten wanneer een initiatief niet past.

Samenwerken

Samenwerking maakt ontwikkelingen mogelijk. Steeds vaker werken we samen om onze opgaven te realiseren. Samenwerking vanaf het begin van een traject bindt en verbindt partners én opgaven. Zo bereiken we samen betere resultaten dan ieder apart.

We werken bij de realisatie samen in coalities: wisselende verbanden, vanmet gemeenten, waterschappen, andere provincies, het Rijk, veiligheidsregio’s, bedrijven, onderwijs- en kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en bewoners. Bijzondere aandacht krijgt het betrekken van bewoners en ‘gebruikers’ van een gebied om zo opgaven te verbinden met de lokale kennis en energie (zie paragraaf 4.1.3).

Hoe we samenwerken en met wie is soms op voorhand al duidelijk, steeds vaker nog niet. Dat is afhankelijk van de opgave. We benutten bij voorkeur bestaande netwerken of samenwerkingsverbanden. Zo nodig initiëren we die. Samen met onze partners proberen we in het begin van het traject helderheid te hebben over de opgaven die er liggen, de verschillende belangen, de afwegingen die worden gemaakt en ieders rollen en verantwoordelijkheden. Dit betekent dat niks ‘in beton gegoten’ is. Immers: een succesvolle samenwerking staat of valt met voldoende ruimte voor flexibiliteit en een goed onderling vertrouwen om gezamenlijk de ambities met elkaar te realiseren.

Veel maatschappelijke opgaven doen zich voor op regionaal schaalniveau.We analyseren en benoemen vraagstukken samen met onze partners. We doen dat vanuit het besef dat vraagstukken zich niet aan bestuurlijke grenzen houden. Dus, dat het gebied waar de vraagstukken zich manifesteren varieert. Het aanpakken van de vraagstukken is dan ook maatwerk en vergt steeds andere coalities om tot oplossingen te komen. Er is dus een effectieve, flexibele en grensontkennende vorm van regionale samenwerking nodig van partners. De provincie werkt mee in de voorfase en kan afhankelijk van de opgave een actieve bijdrage leveren bij de realisatie.Het gebied waar de vraagstukken zich manifesteren varieert daarbij. Het aanpakken van de vraagstukken is dan ook maatwerk en vergt steeds andere coalities. Er is dus een effectieve, flexibele vorm van regionale samenwerking nodig van partners. De provincie kan daarin een actieve bijdrage leveren.

De provincie werkt gezamenlijk met haar samenwerkingspartners aan (geactualiseerde) regioagenda’s en het uitbouwen van die agenda’s tot investeringsprogramma’s. De Omgevingsagenda Oost Nederland (voorheen: Gebiedsagenda Oost) biedt daarvoor een kader. Daarbij maken we gebruik van resultaten van het onderzoeken, zoals de Kracht van Oost-Nederland.4

(....)

4In de Omgevingsvisie gaan we uit van de drie netwerksteden zoals ze nu bestuurlijk zijn georganiseerd (Netwerkstad Twente, Zwolle-Kampen Netwerkstad en Cleantech regio (Deventer)Stedendriehoek). Het onderzoek Kracht van Oost laat een andere gebiedssamenhang zien. Ook laat het zien dat niet alle steden in de stedelijke netwerken een regionale functie hebben. Wat de gevolgen zijn voor ons beleid voor stedelijke ontwikkeling, gaan we met onze partners in de regio’s verder verkennen.

7 Generieke beleidskeuzes (of)

(tekst ongewijzigd)

7.1 Generieke beleidskeuzes voor heel Overijssel: Overijsselse ladder voor duurzame verstedelijking

(tekst ongewijzigd)

7.1.3 Concentratiebeleid

Het concentratiebeleid van de provincie Overijssel houdt in dat stedelijke ontwikkelingen (wonen, werken en voorzieningen) zoveel mogelijk geconcentreerd worden in de stedelijke netwerken Twente (Enschede, Hengelo, Almelo, Oldenzaal en Borne), Zwolle-Kampen en Cleantech regio (Deventer)Deventer Stedendriehoek. Daar mag gebouwd worden voor de (boven)regionale behoefte. De kernen Hardenberg en Steenwijk kunnen bouwen voor de regionale behoefte mits dit past binnen de regionale programmering.

(....)

7.2 Gebiedsspecifieke beleidskeuzes

Voor specifieke gebieden in Overijssel geldt dat niet alle initiatieven mogelijk zijn. Dit heeft te maken met zwaarwegende publieke belangen. Het gaat dan bijvoorbeeld om:

(....)

• het Natuurnetwerk Nederland (NNN, voorheen Ecologische Hoofdstructuur (EHS), waaronder de Nationale Parken en een groot deel van de Natura 2000-gebieden in Overijssel)

(....)

7.2.3 Natuurnetwerk Nederland

(tekst ongewijzigd)

8 Ontwikkelingsperspectieven (waar)

(tekst ongewijzigd)

8.1 Ontwikkelingsperspectieven voor de Groene Omgeving

(tekst ongewijzigd)

8.1.1 Ontwikkelingsperspectief Zone ondernemen met natuur en water (ONW)

Het ontwikkelingsperspectief Zone Ondernemen met Natuur en Water (ONW) bestaat uit:

  • het Natuurnetwerk Nederland (NNN, voorheen Ecologische Hoofdstructuur (EHS)), waaronder de Nationale Parken en Natura 2000-(uitwerkings)gebieden
  • (landbouw)gebieden rond het NNN met potentie voor ontwikkeling van groen ondernemerschap en natuur- en waterkwaliteit
  • het watersysteem

(....)

8.1.1.1 Natuurnetwerk Nederland

Binnen het Natuurnetwerk Nederland (NNN) staan in Overijssel de kwaliteitsambities Natuur als ruggengraat en Continu en Beleefbaar watersysteem voorop (zie paragraaf 4.1.2). Behoud en versterking van de natuurkwaliteit staat centraal binnen de bestaande natuur van het natuurnetwerk. Voor initiatieven die niet passen binnen de doelstelling van het Natuurnetwerk Nederland (NNN, voorheen Ecologische Hoofdstructuur (EHS)) is binnen het natuurnetwerk geen ruimte, tenzij er sprake is van een groot openbaar belang waar niet op een andere manier aan voldaan kan worden (het ‘nee, tenzij’-principe). Daarbij hanteren we zogenaamde NNN-spelregels. Binnen de gebieden waar de komende jaren natuurrealisatie plaatsvindt, is medegebruik mogelijk. Voorwaarde is wel dat initiatieven actief bijdragen aan realisatie van het robuuste en samenhangende netwerk van gebieden met natuur-, water- en landschappelijke kwaliteit.

8.1.1.2 Zone Ondernemen met Natuur en Water (ONW) buiten het Natuurnetwerk Nederland

(tekst ongewijzigd)

8.1.1.3 Het Watersysteem

(tekst ongewijzigd)

8.2 Ontwikkelingsperspectieven voor de Stedelijke Omgeving

(....)

We zien de drie stedelijke netwerken (Twente (Enschede, Hengelo, Almelo, Oldenzaal en Borne), Zwolle-Kampen en Cleantech regio Deventer)Deventer-Stedendriehoek) als de motor van de Overijsselse economie en cultuur. Binnen de stedelijke netwerken vervullen de vijf grote steden (Enschede, Zwolle, Deventer, Hengelo en Almelo) een centrumfunctie die van (boven)regionale betekenis is. Hier is de werkgelegenheid geconcentreerd en vind je de ‘massa’ en het creatieve en innovatieve klimaat dat zo belangrijk is voor de concurrentiepositie van Overijssel. De overige steden en dorpen completeren het spectrum aan woon- en werkmilieus met elk hun eigen plaatsgebonden karakteristiek en identiteit.

(....)

8.2.1 Ontwikkelingsperspectief Stedelijke netwerken als motor

Het ontwikkelingsperspectief Stedelijke netwerken als motor omvat de drie stedelijke netwerken in Overijssel: Twente (Enschede, Hengelo, Almelo, Oldenzaal en Borne), Zwolle-Kampen en Cleantech regio (Deventer) Deventer-Stedendriehoek.

(....)

8.2.1.2 Woon- en werklocaties binnen de stedelijke netwerken

(tekst ongewijzigd)

8.2.1.2.1 Topwerklocaties binnen de stedelijke netwerken

(tekst ongewijzigd)

8.2.1.3 Hoogdynamische plekken binnen de stedelijke netwerken

(tekst ongewijzigd)

8.2.1.3.1 Stationsomgevingen binnen de stedelijke netwerken

(tekst ongewijzigd)

8.2.3 Ontwikkelingsperspectief Hoofdinfrastructuur: vlot en veilig

(tekst ongewijzigd)

9 Gebiedskenmerken (hoe)

9.1 Natuurlijke laag

(tekst ongewijzigd)

9.2 Laag van het agrarisch cultuurlandschap

9.2.4 Jong heide- en broekontginningslandschap

Jong heide- en broekontginningslandschap

9.2.5 Laagveenontginningen en kraggenlandschap

Laagveenontginningen en kraggenlandschap

9.2.7 Veenkoloniaal landschap

Veenkoloniaal landschap

9.2.9 Zeekleilandschap

Zeekleilandschap

9.3 Stedelijke laag

(tekst ongewijzigd)

9.3.1 Historische centra, binnensteden, landstadjes

(tekst ongewijzigd)

9.3.2 Bebouwingsschil 1900 - 1955

(tekst ongewijzigd)

9.3.3 Woonwijken 1955 - nu

(tekst ongewijzigd)

9.4 Laag van de beleving

(tekst ongewijzigd)

Deel 3 Uitwerking: Aan de slag!

10 Thematische beleidskeuzes

In dit hoofdstuk lichten we onze beleidskeuzes toe voor de negen beleidsthema’s uit hoofdstuk 4. Ook beschrijven we hier per thema welke instrumenten we inzetten voor de uitvoering hiervan.

10.1 Woonomgeving

(tekst ongewijzigd)

10.1.1 Aanbod van woonmilieus

(tekst ongewijzigd)

10.1.1.1 Wonen in de stedelijke netwerken

In deze Omgevingsvisie verstaan wij onder stedelijke netwerken:

  • Zwolle Kampen Netwerkstad
  • Netwerkstad Twente (Enschede, Hengelo, Almelo, Borne en Oldenzaal)
  • Cleantech regio (Deventer)Deventer-Stedendriehoek

(....)

10.1.1.2 Wonen in Streekcentra

(tekst ongewijzigd)

10.1.1.3 Wonen in de steden en dorpen

(tekst ongewijzigd)

10.1.1.4 Wonen in de Groene Omgeving

(tekst ongewijzigd)

10.1.2 (Boven) regionale voorzieningen

(tekst ongewijzigd)

10.1.2.1 Voorzieningen in stedelijke netwerken

(tekst ongewijzigd)

10.1.2.2 Voorzieningen in streekcentra

(tekst ongewijzigd)

10.1.2.3 Voorzieningen in steden en dorpen

(tekst ongewijzigd)

10.2 Economie en vestigingsklimaat

(tekst ongewijzigd)

10.2.1 Werklocaties

(tekst ongewijzigd)

10.2.1.1 Bedrijventerreinen

(tekst ongewijzigd)

10.2.1.1.1 Bedrijventerreinen in steden binnen de stedelijke netwerken

In deze Omgevingsvisie verstaan wij onder stedelijke netwerken:

  • Zwolle Kampen Netwerkstad
  • Netwerkstad Twente (Enschede, Hengelo, Almelo, Borne en Oldenzaal)
  • Cleantech regio (Deventer)Deventer-Stedendriehoek.

(....)

10.2.1.1.2 Bedrijventerreinen in streekcentra

(tekst ongewijzigd)

10.2.1.1.3 Bedrijventerreinen in de steden en dorpen buiten de stedelijke netwerken en streekcentra

(tekst ongewijzigd)

10.2.1.2 Topwerklocaties

(tekst ongewijzigd)

10.2.1.4 Detailhandel

(....)

Strekking van het beleid:

Detailhandel is in principe alleen toegestaan binnen kernwinkelgebieden (binnensteden, wijkwinkelcentra, dorpscentra). Bij uitzondering kan daarbuiten onder voorwaarden de vestiging van detailhandel worden toegestaan. Volumineuze detailhandel kan worden toegelaten op bedrijventerreinen als daarvoor geen ruimte gevonden kan worden in of aansluitend aan het kernwinkelgebied. Grootschalige detailhandel kan alleen buiten de kernwinkelgebieden worden toegestaan in de steden binnen de stedelijke netwerken Twente, Zwolle-Kampen en Cleantech regio (Deventer) Deventer-Stedendriehoek, mits vooraf regionaal is afgestemd. Weidewinkels (zelfstandige detailhandelsvestigingen in het buitengebied, niet zijnde kleinschalige verkoop aan huis, streekproducten of boerderijwinkels) zijn niet toegestaan.

(....)

10.3 Natuur

(tekst ongewijzigd)

10.3.1 Natuurnetwerk Nederland

(...)

In opdracht van het Rijk (artikel 2.10 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening) leggen wij de nadere begrenzing van het NNN (voorheen EHS) vast en borgen wij de bescherming van wezenlijke kenmerken en waarden. Conform het Natuurpact dat met het Rijk gesloten is, realiseren wij het NNN (voorheen EHS) zoals dat door ons is begrensd.

Ambitie:

Een vitaal en samenhangend stelsel van natuurgebieden (NNN (voorheen EHS), waaronder Natura 2000-gebieden en Nationale Parken)

Strekking van het beleid:

(....)

Natuur is gevoelig voor verstoring door luchtvaart. Vooral vogels worden verstoord. Gedurende het hele jaar is het dan ook niet toegestaan om op te stijgen en te landen in Natura 2000-gebieden en het Natuurnetwerk Nederland (NNN, voorheen EHS). Voor meer informatie zie

(....)

10.3.1.2 Te realiseren natuur NNN

(tekst ongewijzigd)

10.3.1.2.1 Uitwerkingsgebied Ontwikkelopgave Natura 2000

(tekst ongewijzigd)

10.3.1.2.2 Zoekgebied natuur NNN

(tekst ongewijzigd)

10.3.1.3 Natura 2000 - gebieden

(tekst ongewijzigd)

10.3.1.4 Zone Ondernemen met Natuur en Water buiten het Natuurnetwerk Nederland

(tekst ongewijzigd)

10.3.1.5 Faunaknelpunten (doorsnijding van leefgebieden)

Op meerdere plaatsen vormen provinciale wegen een barrière tussen leefgebieden van dieren. Waar het Natuurnetwerk Nederland (NNN, voorheen EHS) wordt doorsneden zien we concrete faunaknelpunten. Ook gestremde otterpassages en locaties waar grotere leefgebieden verbonden zouden kunnen worden, zien wij als knelpunten.

Strekking van het beleid:

De provincie zet zich bij reconstructie, herinrichting of groot onderhoud aan provinciale wegen in om faunaknelpunten op te heffen. Wij geven prioriteit aan het opheffen van infrastructurele barrières in het Natuurnetwerk Nederland (NNN, voorheen Ecologische Hoofdstructuur (EHS)) en in de zone Ondernemen met Natuur en Water (ONW).

(....)

10.3.2 Bos- en natuurwaarden buiten het Natuurnetwerk

Ambitie:

Behouden en versterken van de bos- en natuurwaarden buiten het Natuurnetwerk Nederland (NNN, voorheen EHS)

(....)

10.3.2.1 Leefgebieden agrarisch natuurbeheer (inclusief weidevogelgebieden)

Strekking van het beleid:

In het agrarische gebied hebben wij leefgebieden voor te beschermen en te beheren planten, weidevogels en andere dieren aangewezen. De volgende leefgebieden zijn aangewezen: een leefgebied open grasland met voornamelijk weidevogelbeheer, een leefgebied open akker, en een leefgebied droge dooradering. Deze leefgebieden zijn onderscheiden op basis van voorkomen van soorten en kansrijkheid voor beheer. In deze leefgebieden zetten wij in op een efficiënt en effectief agrarisch natuurbeheer. Voor het beheer van weidevogels is een passend peilbeheer in het leefgebied open grasland en open akkerland noodzakelijk. Bij het ontwikkelen van nieuwe initiatieven in deze leefgebieden wordt, naast de agrarische ontwikkelmogelijkheden, de functie van het leefgebied voor weidevogels meegewogen. We werken hierbij nauw samen met de collectieven voor agrarisch natuurbeheer. Het beheer van de leefgebieden wordt zoveel mogelijk afgestemd op het gebied van aangrenzende natuurgebieden. Dit vraagt om goede samenwerking tussen de agrarische collectieven en beheerders van de natuurterreinen en waterschappen.

(....)

10.4 (Binnen)steden en landschappen

(tekst ongewijzigd)

10.4.1 Diversiteit van landschappen

(tekst ongewijzigd)

10.4.1.2 (Nieuwe) landgoederen

(....)

Toelichting (waarom?):

(....)

De landgoederen leveren een belangrijke bijdrage aan de identiteit en kwaliteit van het Overijsselse landschap en aan de realisatie van maatschappelijke opgaven, onder andere op het gebied van natuur, landschap en recreatie. Zo ligt in Overijssel 25% van het Natuurnetwerk Nederland (NNN, voorheen EHS) op de landgoederen. Naast de natuur- en landschapswaarde is ook de cultuurhistorische waarde hoog. Zo vind je bijvoorbeeld 25% van de rijksmonumenten in Overijssel op de landgoederen. Met de monumentale landhuizen, historische tuinen en parken en het mozaïek aan bossen, weilanden, natuur, boerderijen en lanen bieden de landgoederen een schat aan mogelijkheden om te wandelen, fietsen, paardrijden en natuur en cultuur te beleven. Daarmee leveren de landgoederen tevens een belangrijke bijdrage aan het aantrekkelijke vestigingsklimaat in Overijssel en de aantrekkingskracht van Overijssel als vakantie- en dagtochtbestemming.

(....)

Uitvoering/instrumenten:

(....)

Subsidies en fondsen

  • voor bijdragen aan opgaven als het Natuurnetwerk Nederland (NNN, voorheen EHS), hoogwaterbescherming, Kaderrichtlijn Water, Zoetwatervoorziening Oost-Nederland en Agrarisch landschapsbeheer bestaan financiële mogelijkheden (bij meekoppelen)
  • subsidie voor het restaureren en grootschalig onderhoud aan monumentale panden (via regeling Verhaal van Overijssel - RM)

(....)

10.4.2 Stedelijke netwerken

In deze Omgevingsvisie verstaan wij onder stedelijke netwerken:

  • Zwolle Kampen Netwerkstad
  • Netwerkstad Twente (Enschede, Hengelo, Almelo, Borne en Oldenzaal)
  • Cleantech regio (Deventer)Stedendriehoek - Deventer

(....)

10.5 Mobiliteit

(....)

Uitvoering/instrumenten:

Integrale netwerkvisie Overijssel (INO) en Mobiliteitsladder

In september 2018 hebben Provinciale Staten van Overijssel de Integrale Netwerkvisie Overijssel (INO) vastgesteld. De INO is een hulpmiddel voor de integrale afweging en afstemming van investeringsbeslissingen in mobiliteitsnetwerken. De INO levert daarvoor inbreng voor het onderdeel economische bereikbaarheid en geeft daarvoor de prioriteiten aan. Voor de prioritering vanuit de economische bereikbaarheid is gebruik gemaakt van de mobiliteitsladder (zie hoofdstuk 10.5.1.3). Bij een integrale afweging van investeringen in mobiliteitsnetwerken spelen naast economische overwegingen ook verkeersveiligheid, leefbaarheid en duurzaamheid een belangrijke rol. In de besluitvorming over opgaven en projecten zal dus niet alleen gebruik gemaakt worden van de INO, maar ook de andere relevante aspecten moeten worden afgewogen.

Integrale netwerkvisie

We werken – samen met andere overheden en de markt (bedrijven en instellingen) – aan een integrale netwerkvisie waarin de keten van verschillende vervoersmodaliteiten centraal staat. Veiligheid, doorstroming en leefbaarheid zijn daarbij belangrijke criteria. We doen dit om:

  • de verschillende schakels in de keten beter op elkaar af te kunnen stemmen: de visie maakt bijvoorbeeld inzichtelijk waar geschikte overstappunten gemaakt kunnen worden om de verschillende vervoersvormen met elkaar te verbinden;
  • prioriteiten te kunnen stellen: de visie maakt inzichtelijk waar, wanneer en hoe we de beperkte middelen en capaciteit het best kunnen inzetten.

(....)

10.5.1 Personenvervoer

Binnen de keten van verschillende vervoersmodaliteiten onderscheiden we voor personenvervoer:

  • openbaar vervoer
  • fiets
  • auto
  • luchtvaart
10.5.1.1 Openbaar vervoer (ov)

(....)

Uitvoering/instrumenten:

Koersdocument en Meerjarenprogramma Openbaar Vervoer; Als uitwerking van de integrale netwerkvisie stellen we een koersdocument ov op dat als kader dient voor een meerjarenprogramma Openbaar Vervoer.In het Koersdocument OV zijn de kaders van het Openbaar vervoersbeleid opgenomen. De uitwerking vindt plaats in het Dynamisch Meerjarenprogramma Mobiliteit.Dit meerjarenprogramma houden we jaarlijks tegen het licht en passen we waar nodig aan. We doen dit in nauwe samenwerking met andere overheden, markt en samenleving.

(....)

10.5.1.2 Fiets

(....)

Strekking van het beleid:

We stimuleren het veilig gebruik van de fiets door:

mensen te bewegen vaker de auto te laten staan en op de fiets te stappen (al dan niet in combinatie met gebruik van het openbaar vervoer); en zo nodig ontbrekende schakels in het netwerk van bovenlokale fietsverbindingen (kernnet fiets) toe te voegen of de kwaliteit van bestaande fietsverbindingen te verbeteren.

(....)

Uitvoering/instrumenten:

Koersdocument en Meerjarenprogramma’s Fiets

In het Koersdocument Fiets en de uitwerking van het Koersdocument Fiets zijn de uitgangspunten genoemd om het fietsgebruik te stimuleren. Ook is een aanzet gegeven voor regionale meerjarige uitvoeringsprogramma’s. De regionale programma’s gaan in op de activiteiten die we kunnen ondernemen om mensen te stimuleren op de fiets te stappen. Ook maken de regionale programma’s duidelijk wat er nodig is om komen tot een fietsnetwerk van lokale en regionale hoofdverbindingen. We werken daarin samen met gemeenten, Rijk, betrokken stakeholders (onder andere de ANWB, Veilig Verkeer Nederland (VVN) en de Fietsersbond) én (potentiële) gebruikers.

Met deze partijen is ook het Kernnet Fiets Overijssel opgesteld. Op de kaart Kernnet Fiets Overijssel zijn de gerealiseerde of de beoogde fietssnelwegen en snelfietsroutes in Overijssel opgenomen. Het Kernnet Fiets Overijssel heeft een lengte van circa 4500 km. Dit netwerk heeft ook betekenis voor het recreatieve fietsnetwerk (zie hoofdstuk ).

De regionale programma’s voor de fiets maken onderdeel uit van het dynamische meerjarenprogramma mobiliteit. Dit programma wordt jaarlijks tegen het licht gehouden en waar nodig bijgesteld. Zo kunnen we maximaal inspelen op lokale en regionale initiatieven die het gebruik van de fiets bevorderen.

We stellen – samen met gemeenten, Rijk, betrokken stakeholders (onder andere de ANWB, Veilig Verkeer Nederland (VVN) en de Fietsersbond) én (potentiële) gebruikers – regionale meerjarige uitvoeringsprogramma’s op. De regionale programma’s gaan in op wat kunnen we doen om mensen te bewegen vaker op de fiets te stappen en op wat er nodig is om het netwerk van bovenregionale fietsverbindingen op orde te houden of krijgen. Hiermee wordt een relatie gelegd met het recreatieve fietsnetwerk (zie paragraaf ). Om maximaal ruimte te bieden voor lokaal maatwerk houden we de regionale meerjarige uitvoeringsprogramma’s jaarlijks tegen het licht en stellen die waar nodig bij. In het Koersdocument Fiets in Overijssel zijn de uitgangspunten genoemd voor het opstellen van de regionale programma’s.

10.5.1.3 Auto

(tekst ongewijzigd)

10.5.2 Goederenvervoer

(tekst ongewijzigd)

10.5.2.2 Goederenvervoer over weg

(tekst ongewijzigd)

10.6 Regionaal waterbeheer

(tekst ongewijzigd)

10.6.1 Optimale watercondities (functietoekenning)

(....)

Ontwikkelingsperspectief zone Ondernemen met Natuur en Water (ONW)

Binnen het ontwikkelingsperspectief zone Ondernemen met Natuur en Water (ONW) streven wij algemeen naar een natuurlijk, veerkrachtig en landschappelijk ingepast watersysteem. Binnen het deel van de zone ONW dat ligt in het Natuurnetwerk Nederland (NNN, voorheen Ecologische Hoofdstructuur (EHS)), is het waterbeheer gericht op het belang van de natuurwaarden. In de overige delen van de zone ONW is het waterbeheer afgestemd op het aanwezige grondgebruik, binnen de mogelijkheden van het watersysteem. Voor de inrichting en waterkwaliteit gelden de normen voor wateroverlast en de eisen vanuit de Kaderrichtlijn Water (inclusief Natura 2000, zie paragraaf 10.3.1.3) als ondergrens.

(....)

Watercondities voor natuurwaarden
Naast de uitvoering van de Kaderrichtlijn Water (KRW, zie paragraaf 10.6.1.2) zetten we voor de relatie water en natuurwaarden in op het volgende:

  • Binnen het Natuurnetwerk Nederland (NNN, voorheen Ecologische Hoofdstructuur (EHS)) (zie paragraaf 10.3.1 ) is het waterbeheer gericht op het belang van de natuurwaarden. We richten ons daarbij niet zozeer op het behouden van een bepaalde plant of een bepaald dier op een specifieke plek.14 We willen er vooral voor zorgen dat de leefomstandigheden voor planten en dieren goed zijn. Dit maakt natuurgebieden robuuster en toekomstbestendiger.
  • In Natura 2000-gebieden wordt het waterbeheer zoveel mogelijk afgestemd op de natuurdoelen (zie paragraaf 10.3.1.3).

(....)

10.6.1.1 Waterveiligheid

Ontwikkelingsperspectief zone Ondernemen met Natuur en Water (ONW)

Binnen het ontwikkelingsperspectief zone Ondernemen met Natuur en Water (ONW) streven wij algemeen naar een natuurlijk, veerkrachtig en landschappelijk ingepast watersysteem. Binnen het deel van de zone ONW dat ligt in het Natuurnetwerk Nederland (NNN, voorheen Ecologische Hoofdstructuur (EHS)), is het waterbeheer gericht op het belang van de natuurwaarden. In de overige delen van de zone ONW is het waterbeheer afgestemd op het aanwezige grondgebruik, binnen de mogelijkheden van het watersysteem. Voor de inrichting en waterkwaliteit gelden de normen voor wateroverlast en de eisen vanuit de Kaderrichtlijn Water (inclusief Natura 2000, zie paragraaf 10.3.1.3) als ondergrens.

Watercondities voor landbouw
Binnen het ontwikkelingsperspectief Agrarisch ondernemen in het grootschalig landschap wordt het waterbeheer zo goed mogelijk afgestemd op de wensen van de landbouw. In het licht van de klimaatverandering, met onder andere langere drogere perioden en heftiger buien, zal daarbij meer naar het functioneren van het gehele regionale watersysteem gekeken moeten worden om een nieuwe balans te vinden tussen te nat en te droog. Het definiëren van de ‘waterbeschikbaarheid’ (voorheen het zogenoemde ‘voorzieningenniveau’), waartoe in het kader van het Deltaplan 2015 is besloten, zal duidelijkheid geven waar de grenzen van het overheidshandelen liggen en wat van de sector zelf gevraagd wordt. Dit geldt ook voor het ontwikkelingsperspectief Wonen en werken in het kleinschalige mixlandschap waar sprake is van landbouwkundig gebruik.

In veenweidegebieden en beekdalen wordt een beperkte ontwatering toegestaan gericht op het gebruik als grasland; binnen weidevogelgebieden vindt geen waterpeilverlaging plaats.

Watercondities voor natuurwaarden
Naast de uitvoering van de Kaderrichtlijn Water (KRW, zie paragraaf 10.6.1.2) zetten we voor de relatie water en natuurwaarden in op het volgende:

  • Binnen het Natuurnetwerk Nederland (NNN, voorheen Ecologische Hoofdstructuur (EHS)) (zie paragraaf 10.3.1 ) is het waterbeheer gericht op het belang van de natuurwaarden. We richten ons daarbij niet zozeer op het behouden van een bepaalde plant of een bepaald dier op een specifieke plek.14 We willen er vooral voor zorgen dat de leefomstandigheden voor planten en dieren goed zijn. Dit maakt natuurgebieden robuuster en toekomstbestendiger.
  • In Natura 2000-gebieden wordt het waterbeheer zoveel mogelijk afgestemd op de natuurdoelen (zie paragraaf 10.3.1.3).
10.6.1.1.1 Primaire waterkeringen

(tekst ongewijzigd)

10.6.1.1.2 Regionale waterkeringen

(tekst ongewijzigd)

10.6.1.2 Waterkwaliteit (Kaderrichtlijn Water)

(....)

Kennis verwerven en delen

  • Digitale wateratlas en Atlas van Overijssel
  • Informatiehuis Water

Om de KRW-doelen te bereiken, voeren met name de waterschappen in Overijssel veel maatregelen uit. Denk aan aanpassing van de hydrologische omstandigheden, de herinrichting van wateren (zoals natuurvriendelijke oevers en hermeandering) en het voor vissen passeerbaar maken van stuwen of andere barrières. Bij de uitvoering van de KRW vindt zo een omvangrijke en noodzakelijke herinrichting van de waterlopen plaats, voor een deel in combinatie met het realiseren van de Natuurnetwerk Nederland (NNN, voorheen Ecologische hoofdstructuur (EHS)). In de KRW-agenda Rijn-Oost (april 2014) wordt geraamd dat 780 km waterloop voor meer dan 75 procent moet worden heringericht. Het Overijsselse aandeel wordt geschat op 170 km. Bij de uitvoering van deze ‘waterwerken’ liggen kansen om de ruimtelijke kwaliteit te versterken.

10.7 Veiligheid en gezondheid

(tekst ongewijzigd)

10.7.1 Veiligheid

Ambitie:

Zorgen voor waterveiligheid, externe veiligheid en verkeersveiligheid

Veiligheid is een van de basiskwaliteiten van onze leefomgeving. Onze inzet richt zich op de risico’s die samengaan met de waterhuishouding (waterveiligheid), het gebruik, de opslag en het transport van gevaarlijke stoffen (externe veiligheid) en verkeer (verkeersveiligheid).

10.7.1.1 Waterveiligheid

(tekst ongewijzigd)

10.7.1.3 Verkeersveiligheid

(tekst ongewijzigd)

10.7.2 Gezondheid

(tekst ongewijzigd)

10.7.2.5 Spoedlocaties bodemsanering

(tekst ongewijzigd)

10.8 Energie

Ambitie:

(tekst ongewijzigd)

10.8.2 Energieopwekking

(tekst ongewijzigd)

10.8.2.1 Windenergie

(tekst ongewijzigd)

10.8.2.1.1 Kansrijke zoekgebieden windenergie

(tekst ongewijzigd)

10.8.2.1.2 Gebieden met ruimte voor windenergie onder voorwaarden

(tekst ongewijzigd)

10.8.2.1.3 Gebieden met beperkingen voor windenergie

(tekst ongewijzigd)

10.8.2.1.4 Uitsluitingsgebieden windenergie

In de uitsluitingsgebieden windenergie is geen ruimte voor nieuwe windturbines. Het gaat hier om:

  • het Natuurnetwerk Nederland (NNN, voorheen Ecologische Hoofdstructuur (EHS)) (zie paragraaf 10.3.1 );
  • de Nationale Landschappen (zie paragraaf ); en
  • de laagvliegroutes en funnels19.

19Obstakelvrije zones rond de in- en uitvliegroutes van luchthavens.

Colofon

Uitgave Omgevingsvisie Overijssel, oktober 2019

Eindredactie Trudy van Es

Kaarten Beleidsinformatie provincie Overijssel beleidsinformatie@overijssel.nl

Inlichtingen bij

Trijnie Drint

omgevingsvisie@overijssel.nl

Adresgegevens Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99

Disclaimer Deze versie van de Omgevingsvisie Overijssel bieden wij conform het Besluit ruimtelijke ordening elektronisch (digitaal) aan op www.ruimtelijkeplannen.nl. Daarnaast wordt de Omgevingsvisie ook in een viewer getoond die u kunt benaderen via onze provinciale website www.omgevingsvisie.nl. Tevens stellen wij analoge versies beschikbaar. Bij verschillen tussen de analoge en digitale versie geldt de digitale versie op www.ruimtelijkeplannen.nl.

Bijlagen

Gebiedskenmerken

Jong heide- en broekontginningslandschap

Jong heide- en broekontginningslandschap

Laagveenontginningen

Laagveenontginningen

Veenkoloniaal landschap

Veenkoloniaal landschap

Zeekleilandschap

Zeekleilandschap

Historische centra, binnensteden, landstadjes

(tekst ongewijzigd)

Bebouwingsschil 1900 - 1955

(tekst ongewijzigd)

Woonwijken 1900 - 1955

(tekst ongewijzigd)